Land van Cuijk
Ontstaan

Ontstaan

Tot 1942 maakte het Kraaijenbergse Plassen-gebied deel uit van de Beerse Overlaat. Bij een hoge waterstand van de Maas stroomde het water via de Beerse Overlaat binnendijks richting Den Bosch. Het gebied had een agrarisch karakter waar in 1968 verandering in kwam toen de zandwinningsactiviteiten begonnen en de plassen langzaam zijn ontstaan. Met name industriezand zoals grind en klei werden hier gewonnen, ideaal als beton en metselzand.

In de eerste 20 jaar tot aan 1990 zijn de eerste vijf plassen gegraven. Plas 6 die westelijk van Plas 5 zou komen te liggen is nooit gegraven vanwege haar landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde. Sindsdien is dit gebied beschermd. Daarna werd besloten, met goedkeuring van de Provincie, de andere richting op te graven en ontstond Plas 7, ter grootte van maar liefst 175 hectare, die ook voor zandwinning werd gebruikt.

De Kraaijenbergse Plassen hebben een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de nationale behoefte van deze grondstoffen die schaars waren en nog steeds zijn in Nederland. In 2014 heeft het laatste baggerschip de Kraaijenbergse Plassen verlaten, wat een einde bracht aan de zandwinningsactiviteiten. De contouren van de plassen hebben hun definitieve vorm gekregen. Er is in totaal 30.000 ton industriezand, 4.000 ton grind, 2,5 miljoen m3 ophoogzand en 1 miljoen m3 klei gewonnen. Er is een plassengebied ontstaan dat zich uitstrekt van de Cuijkse haven in het oosten tot Gassel in het westen en van de Maas in het noorden tot Beers in het zuiden. Het dorp Linden is hierdoor vrijwel omringd door water en bijna een eiland geworden.

Doordat in 1991 de oorspronkelijke waterloop werd verlegd is de waterkwaliteit enorm verbetert. Sindsdien worden de plassen namelijk gevoed door grondwater van een goede kwaliteit, zodat het ook veilig en lekker is om te recreëren.
Want in de loop der tijd is een deel van deze plassen ingericht voor recreatie, terwijl een ander deel, onderdeel van een nieuw ingericht natuurgebied uitmaakt. Naast Plas 5 vindt men nog twee kleinere plassen. Het Gat van Geluk; een kleiwinningsput ten behoeve van dijkversterking is momenteel in gebruik als visvijver. Het Ganzenorgel is een rustgebied voor waterdieren, een verveend wilgenmoeras. Plas 9 wordt ook wel de Heeswijkse Plas genoemd.

In die bijna halve eeuw is er dus heel veel veranderd. En nog steeds blijven de Plassen veranderen in een uniek stuk recreatie­ en natuurgebied.

Tot 1942 maakte het Kraaijenbergse Plassen-gebied deel uit van de Beerse Overlaat. Bij een hoge waterstand van de Maas stroomde het water via de Beerse Overlaat binnendijks richting Den Bosch. Het gebied had een agrarisch karakter waar in 1968 verandering in kwam toen de zandwinningsactiviteiten begonnen en de plassen langzaam zijn ontstaan. Met name industriezand zoals grind en klei werden hier gewonnen, ideaal als beton en metselzand.

In de eerste 20 jaar tot aan 1990 zijn de eerste vijf plassen gegraven. Plas 6 die westelijk van Plas 5 zou komen te liggen is nooit gegraven vanwege haar landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde. Sindsdien is dit gebied beschermd. Daarna werd besloten, met goedkeuring van de Provincie, de andere richting op te graven en ontstond Plas 7, ter grootte van maar liefst 175 hectare, die ook voor zandwinning werd gebruikt.

De Kraaijenbergse Plassen hebben een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de nationale behoefte van deze grondstoffen die schaars waren en nog steeds zijn in Nederland. In 2014 heeft het laatste baggerschip de Kraaijenbergse Plassen verlaten, wat een einde bracht aan de zandwinningsactiviteiten. De contouren van de plassen hebben hun definitieve vorm gekregen. Er is in totaal 30.000 ton industriezand, 4.000 ton grind, 2,5 miljoen m3 ophoogzand en 1 miljoen m3 klei gewonnen. Er is een plassengebied ontstaan dat zich uitstrekt van de Cuijkse haven in het oosten tot Gassel in het westen en van de Maas in het noorden tot Beers in het zuiden. Het dorp Linden is hierdoor vrijwel omringd door water en bijna een eiland geworden.

Doordat in 1991 de oorspronkelijke waterloop werd verlegd is de waterkwaliteit enorm verbetert. Sindsdien worden de plassen namelijk gevoed door grondwater van een goede kwaliteit, zodat het ook veilig en lekker is om te recreëren.
Want in de loop der tijd is een deel van deze plassen ingericht voor recreatie, terwijl een ander deel, onderdeel van een nieuw ingericht natuurgebied uitmaakt. Naast Plas 5 vindt men nog twee kleinere plassen. Het Gat van Geluk; een kleiwinningsput ten behoeve van dijkversterking is momenteel in gebruik als visvijver. Het Ganzenorgel is een rustgebied voor waterdieren, een verveend wilgenmoeras. Plas 9 wordt ook wel de Heeswijkse Plas genoemd.

In die bijna halve eeuw is er dus heel veel veranderd. En nog steeds blijven de Plassen veranderen in een uniek stuk recreatie­ en natuurgebied.